Zoeken

Megatrip: Retourtje Saint-Tropez

bestemming versus verstand

15 augustus 2023
Bij een trip naar Saint-Tropez denk je al snel aan een vakantie van een week of drie in hartje zomer, maar wat als je die tijd niet hebt, het weer in Europa niet over naar huis te schrijven is of het nog hartje winter is en je naarstig verlangt naar de zon. Samen met twee vrienden ging Jacco de uitdaging aan en knalde in twee dagen tijd letterlijk op en neer naar Saint-Tropez. Omdat het kan.

De motoren staan in de winterstalling nog altijd aan het spanningsinfuus. De gedachten van hun eigenaren dwalen al maanden af naar zonovergoten wegen en wervelende rijwinden. Het nieuwe motorseizoen laat tenenkrommend lang op zich wachten. Als schrale troost houden motorrijders elkaar via sociale media en verjaardagen op de hoogte van wat ze maanden later van plan zijn. Het liefst onder dezelfde aangename kamertemperaturen waarin ze op de donkere dagen wegdromen. Hoe vaak hoor je 't niet: even op en neer naar Saint-Tropez? Maar niemand die 't écht doetWeliswaar prachtige vooruitzichten, maar de onvoorspelbare weergoden houden ons weg uit het zadel. Maar: terwijl de ijzige polderwind ons winterse landschap en humeur teisteren, ontluiken de eerste mediterrane bloemen zich bijna 1400 kilometer zuidelijker. Aldaar stijgen de rijtemperaturen naar zalige hoogte, als legale drugs voor rijverslaafden. 

Dat vraagt om actie. Vizieren dichtklappen en in een ruk naar de Côte d'Azur? Het gezonde verstand houdt ons in eerste instantie aan de druppellader. Hoever kun je als bestuurder gaan met lijf en motor? Het vooruitzicht naar stijgend kwik in ons rijdersbloed overwint. We besluiten om met 3 man in één dag naar Saint-Tropez af te reizen en...de volgende dag weer terug naar huis te gaan. Omdat we menen dat het kan. Nek- en rugpijnen, verstijfde onderarmen, bloeddoorlopen ogen, pijnlijke knieën en polsen, toenemend gehoorverlies, geplette kroonjuwelen en een bonkende kop. Martelingen die we omwille van het kilometervreten voor Nou ja, bijna niemand dan. Maar zeg nou zelf:, als 't thuis alleen maar kommer en kwel is met 't weer, dan verlang je toch naar dit? lief nemen. Grensverleggend cruisen over het eindeloze asfalt, want het zonnige zuiden lonkt.

Zeven- of achthonderd kilometer in het zadel. Zij die dit reeds ondernamen kennen alle de ontberingen. In mindere of meerdere zin. Of van de verhalen van andere motorrijders. Stoere verhalen over afzien, maar dat het vooral de moeite waard was. De ervaring leert dat iedereen hierin zijn persoonlijke grenzen bereikt. Waar de een na vierhonderd kilometer uit vermoeidheid dient te stoppen zal de ander bij een dubbele afstand fluitend z'n gashendel knikken. Het fysieke gestel speelt een grote rol, afhankelijk van leeftijd en conditie. Daarbij is het comfort van de reismotor van cruciaal belang. Zaken als de grootte van het windscherm, het type zadel, het dempergeluid, de motor- en stuurtrillingen, de windgevoeligheid van de helm, de bandensoort en de staat daarvan, het soort oordoppen, de wegligging van de motor, eventueel handvatverwarming en cruisecontrole zijn van grote invloed. Daarbij is het juiste schoeisel een must op lange reizen. 

Om van deze trip een zo correct mogelijke indruk te geven qua beleving kiezen we voor 3 verschillende reismotoren. De BMW K1600 met z'n grote windscherm en handvatverwarming. De Yamaha FJR1300 AS met een dito windscherm en kluifverwarming. En de Kawasaki Geloof me, voor Saint-Tropez' begrippen is dit nog een kleintje...Z1000SX als giftige werkmotor zonder comfortabele opties. Florian (38) ontfermt zich het merendeel van de kilometers over de K1600, Daan (35) over de Z1000SX en ondergetekende over de FJR. Onderweg wisselen we in overleg en omwille van een neutrale beoordeling van motor. 

De vele departementen voor toerisme werken in Frankrijk normaliter graag mee aan een reportage. Nadat onze plannen hun duidelijk zijn, weigert het gevraagde departement mee te werken vanwege het ingeschatte veiligheidsrisico. Het voorleggen van de nodige rek- en strekoefeningen tijdens de voorgenomen reis ten spijt. In de paar weken voor vertrek vertellen we aan collega-motorrijders wat we van plan zijn. Het merendeel staart ons met losse onderkaak en nieuwsgierig ongeloof aan. Naarmate het startschot dichterbij komt bekruipt ons alle drie een onheilspellend onderbuikgevoel. Gaan we onszelf straks langzaam knock-out timmeren in een energieslag van 1.400 kilometer? In de bagageruimte van de motoren wordt ook een virtuele handdoek opgeborgen, om eventueel in de ring te gooien. 

Tekst & Fotografie: Jacco van de Kuilen 

1.400 km te gaan

In de nachtelijk stilte manoeuvreer ik de FJR voor m'n huis in Akersloot (Noord-Holland). Het is een paar graden boven nul in de zachtjes dwarrelende motregen. Om 3:30 uur geeft de navigatie aan dat de afstand 1.366 km bedraagt met een reistijd van 13 uur en 18 minuten. De eerste dB's uit de demper zijn het startschot. Rijdend op de A9 word ik helemaal wakker door de koude wind. Volgepakt Na een koude start staat de zon hoog aan de hemel, maar we zijn d'r nog lang niet...met goede moed, brandstof, toilettas, regenkleding, een paar onderbroeken en wat fotoapparatuur. Het natte wegdek vereist behoedzaam stuurwerk in de bochten. Normaliter geeft het nachtelijke toeren een extra dimensie alsof de wereld van mij is. Met deze kou en nattigheid hoor ik eigenlijk in m’n warme mand te snurken. 

Terwijl de eerste tientallen kilometers onder de banden glijden vraag ik me af of deze rit nog lang zal nagalmen. Vertellen we later bij een knapperend haardvuur aan onze kleinkinderen over deze moedige tocht? Of wordend we binnenkort iedere nacht gillend wakker, omdat we in onze nachtmerries niet konden ontsnappen uit een labyrint van eeuwige Franse snelwegen? Over 48 uur weten we het. De handvatverwarming doet het fantastisch. De eerste 150 km zijn een makkie. Rond 5:00 uur treffen we elkaar bij de grensovergang van Hazeldonk, nadat m'n reisgenoten uit het Westland vertrokken. 

Florian meldt dat hij gisteren door z'n rug was gegaan. De chiropractor en pijnstillers boden verlichting, maar het gaat wel weer. We tanken de motoren vol. Onder het genot van zwart brouwsel vertellen we elkaar over de eerste ondervonden rijeigenschappen van de motoren. Het windscherm is eigenlijk onmisbaar bij deze temperaturen. De onderlinge gedrevenheid voor de missie werkt aanstekelijk.De trein dendert voortDe kolenschoppen van Daan ondervinden trouwens nog geen echte last van de kou. Ik mik mijn doorweekte handschoenen onopvallend in de magnetron van het tankstation. Als ik die weer aantrekt schieten tintelingen van intens geluk door m'n handen omhoog. 

We besluiten dat voorlopig ieder op zijn eigen motor blijft rijden. De rit door België is in eerste instantie goed te doen tot we gaan klimmen in de Ardennen. De temperatuur schommelt daar rond het vriespunt en het wordt serieus koud. Met de handvatverwarming van twee motoren op de grill-stand rijden we uit de ochtendschemer. We houden korte stops om de motor en onszelf af te tanken. Daan en ik wisselen van motor. Florian ontziet z'n rug het beste door op de K1600 te blijven. Z’n grote windscherm biedt comfort. Ik mis na een kwartiertje de gloeiende poken op de FJR. M'n vingers druk ik dicht tegen elkaar om de geringe warmte zo goed mogelijk vast te houden. De gebruikelijke ochtenddrukte op de snelweg richting Metz neemt toe. Om zo min mogelijk wind te vangen ga ik plat op de tank liggen. Mijn ellenbogen laat ik op de knieën steunen. Het heerlijke sturen en de harde tegenwind op de groene gifkikker compenseren de kou een beetje. Deze motor vergt aandacht wat zich vertaalt naar dynamisch rijplezier. 

De kou decimeert onze concentratie in het verkeer. Ik kan het niet laten om af en toe het gat tot m'n rijkompanen enkele honderden meters uit te rekken en dan terug te katapulteren. Dat resulteert dan in een grijns, tranen en een vloek, want m'n vingers schreeuwen om warmte. M'n achterwerk begint langzamerhand ook zeer te doen. Dat belooft nog wat aangezien we nog maar op een kwart van de reis zitten.
Goed eten is een devie, dat we ter harte nemen. Dat wil zeggen, binnen de tankstation-opties

Goed rusten ook
Behalve de handen valt de mate van verkleuming redelijk mee. Lekker is anders. Op de eerste overzichtelijke snelweg in Frankrijk draaien we de gashendel open. Regelmatig tot gaan we over de 200 km/u. 

De Kawa voelt dan als een gecontroleerde tornado. De BMW en de Yamaha doorklieven moeiteloos weer en wind. Kort daarna bestijg ik de FJR weer na lichtelijk smeken bij Daan. Zullen pijnstillers ook tegen de kou helpen? Ter hoogte van Metz nemen we wat langer pauze en zien bij het opstappen dat we nog ruim 850 km voor de koplampen krijgen. De G-krachten, mede veroorzaakt door tussentijdse acceleraties, veroorzaken bij ieder van ons een adrenalinestoot. De temperatuur is inmiddels gestegen tot zo'n graad of 8. We zijn alle drie vol goede moed, afgezien van de kou en spinale klachten van Florian. Bij de stops houden we het thuisfront op de hoogte van onze vorderingen. Ze maken zich zorgen. Door de bank genomen voelen we ons ter hoogte van Dijon nog steeds oké. Doorrijden dus. Ledematen en lijf protesteren weliswaar, maar het is allemaal niet ondraaglijk. Omwille van een pijnlijke rug en de nodige rust stoppen we frequenter. In de middag schommelt het kwik inmiddels rond de 12 graden en de hemel begint blauwe gaten te vertonen. Drie duimen gaan in de rijwind fier omhoog zodra de zon volledig doorbreekt. De vermoeidheid neemt echter wel langzaam toe. Wat nu nog telt is gedisciplineerd kilometers vreten, want we hebben er nog zo'n zeshonderd voor de boeg. Nu de regen en kou achter de rug zijn, wordt het algehele rijden wel een stuk plezieriger. 

Aan het eind van de middag beukt de wind tegen onze vizieren als we weer eens flink gasgeven. De gashendel is een betere Energizer dan inktzwarte koffie. Bij iedere stop rekken en strekken we de lijven goed. We eten steeds maar een beetje om een energiedip te voorkomen. Inmiddels hebben we een veld koffiebonen opgezopen. We vragen regelmatig aan elkaar waar we last van hebben en hoe het gaat. De bekende symptomen die bij monsterritten horen voelen we alle drie. Regelmatig terugkomend ritueel, waarbij niet de actieradius de doorslaggevende factor is, maar de afdeling rek&strekDe sluipende uitputting blijft gelukkig uit. Onderweg wisselen we regelmatig van koppositie en motor. We houden elkaar in de gaten voor knikkebollen of slingeren. Kilometer na kilometer wordt gevreten. We krijgen het euforische gevoel er bijna te zijn. 

Op de een of andere manier verwacht ik ieder moment, tegen beter weten in, de Middellandse Zee te zien. De natuurlijke begroeiing krijgt al mediterrane trekjes, hetgeen we automatisch associëren met vakantie. De reis begint z'n tol te eisen. Ik begin behoorlijk rozig te worden. De magische grens van duizend kilometer wordt gepasseerd. De haan in ons mag nu best even triomfantelijk kraaien. Al is het maar om wakker te blijven. In de avond ligt het kwik onder een strakblauwe hemel rond de 18 graden. Om 19:18 uur tanken en rusten we ter hoogte van Montélimar. Verkreukelde koppen verraden zestien reisuren. Even later staren we naar een navigatiescherm dat nog 271 km tot de mondaine badplaats aangeeft. Dat is ruwweg nog altijd 1/5 deel van de totale afstand. Ongeveer een rit van Alkmaar naar Keulen. 

Vanochtend ontnam de kou gedeeltelijk onze concentratie.  Nu is het warme motorpak in combinatie met vermoeidheid de oorzaak. De bekende man met de hamer staat bij iedere hectometerpaal en deelt z'n tikken uit. Er is amper verkeer op de uitgestrekte snelweg. Nog steeds geen haven in zicht, waardoor de rit stroperig wordt. Bepaalde rijpijnen nemen toe, maar het bizarre is dat deze gaandeweg de rit ook weer wisselend afnemen. De angst om door verkramping als roadkills op het Franse asfalt te eindigen was dus ongegrond. Met nog 37 kilometer te gaan verlaten we rond 21:30 uur de snelweg bij Le Muy. Hét moment waar we rijkhalzend naar uit hebben gekeken: "verlaat de snelweg..."Via de provinciale D25 richting Saint Maxime. De verandering van wegdek en directe omgeving zorgt voor een welkome opleving tussen de oren. Nog even, mannen, en dan zijn we op het eindpunt. Vanaf Saint Maxime slingert het laatste stukje asfalt heftig door de pikdonkere heuvels. Florian en Daan ontladen zich middels een gewaagde demarrage langs beboste klippen. Vanwege de stuurbehendigheid waarmee zij de ontelbare bochten nemen raak ik achterop. 

Het voelt erg lekker aan om weer eens met de motor te moeten werken. Al voel ik er verder weinig voor om aan een druppellader in het ziekenhuis te eindigen. Broederlijk staan beide mannen een paar keer op mijn aansluiting te wachten om vervolgens de nachtelijke achtbaan weer in te duiken. Bijna een uur nadat we de snelweg hebben verlaten rijden we het verlaten Saint-Tropez binnen. Eindelijk, we ruiken en zien de zee! Rond 22:30 uur staan we in het wereldberoemde jetset haventje. Amper een mens op straat, klapperende mastkabels, voor het merendeel gesloten etablissementen en afgesloten plezierjachten. Geen champagneontvangst. Alsof we te laat zijn. Na een reis van 19 uur voelt de overgang van een kil Nederland naar een Côte d'Azur surrealistisch. Verreisd, geïmponeerd en vermoeid, maar bovenal beretrots. We toasten met een cocktail van persoonlijke voldoening. 

En weer naar huis

8:00 Uur. Het ochtendjournaal belooft in de regio 22 graden met een zonnetje. Een sloot koffie brengt ons aan de ontbijttafel weer tot leven, want de afgelopen nacht gonsden drie motoren door de koppen. Stijfheid in de ledematen. In m'n rechter handpalm irriteert een kleine blaar met de gashendel als aanwijsbare schuldige. Even later zitten Daan en Florian met opgerolde motorbroek en blote poten in het azuurblauwe zeewater van Saint-Tropez. De temperatuur is inmiddels zalig onder een compleet blauwe hemel. Da's nog eens wat anders dan die bootjes bij ons op 't IJsselmeerHet ene jacht is nog mooier dan het andere. Terrassen gaan open, de eerste boodschappen worden gedaan, leveranciers leveren hun goederen af. Drie motorrijders die zich genoeglijk vergapen aan de dobberende armada van rijkdom. 

We schieten vlug wat platen voor het thuisfront, dat ons waarschuwt dat er zeer slecht weer in het noorden van Nederland op komst is. Code rood zelfs. Voor ons is het nu code felgroen, want we voelen ons prima. We staan namelijk te trappelen om de bochtige terugweg bij daglicht te beleven. We vertrekken om exact 10:00 uur. Dit keer haal ik alles uit de kast om beide heren bij te blijven. Onze motoren zwenken, kantelen, duiken en accelereren door de heuvels naar Saint Maxime. Uitgestorven asfalt, waardoor we nu het maximum aan motorplezier behalen. De euforie is groot, ook als we met ruim 160 km/u het laatste stukje langs olijfbomen naar de snelweg blazen. Vanwege de adrenaline-kick, een prachtige omgeving en dito weersomstandigheden rijden we als drie goden in Frankrijk. 

Een paar honderd kilometer later en na een kleine lunch komt de eerste stevige dip. De kilometers van gisteren laten eveneens stevig van zich spreken. Het thuisfront meldt dat er in Noord-Frankrijk natte sneeuw wordt verwacht. We kijken omhoog naar een heerlijk zonnetje en genieten van een vervroegd vakantiegevoel. We stappen redelijk duf op, met de afspraak gewoon wat vaker te stoppen en iets langer te rusten. Ter hoogte van Lyon trekt de hemel rap dicht. Het wordt aanzienlijk frisser. De snelwegen lijken net als onze vermoeidheid eindeloos. De euforie verdwijnt met het zonlicht. Af en toe geven we toch voor de lol flink gas, maar vooral ook om alert te blijven. Stoppen, tanken, wat knabbelen, koffie, Energizer, Het helpt natuurlijk wel, zo'n K 1600, maar 't blijft natuurlijk wel een monstertripsanitaire stop, rekken en strekken, en dat tig keer. We blijven elkaar informeren over ons innerlijke motormanagement. Al bij al voelen we ons best redelijk ondanks de circa tweeduizend afgelegde kilometers sinds gisterenochtend. Als cijfers geven we onszelf een enthousiaste 6,5 op de schaal van 1 tot 10. 

Ter hoogte van Dijon daalt de temperatuur verder tot een graad of 8. Lichte aanhoudende regen die overgaat in natte sneeuw. Koude voeten, ijzige handen, klamme pakken. Omdat de kou aan de concentratie vreet, neemt de vermoeidheid nog meer toe. Het is al na zessen met nog ruim 700 kilometer te gaan. Terwijl de avond valt moeten wij ons staande houden in een gevecht tegen de elementen en onszelf. De inwerkende kou wordt steeds venijniger. Bij Metz plegen we overleg wat we kunnen doen, want de rit wordt te ondraaglijk. Nog langere pauzes om op te warmen?Kortere afstanden tussen de stops? Onderweg Hadden we al gezegd dat gezonde voeding heel belangrijk is? En voldoende rust?op koffiebonen of zelfs op Colombiaanse blaadjes kauwen? Een bestelbusje kapen? 

We gaan door. Over de Ardennen krijgt de rit monsterlijke trekjes. Het zicht is buitengewoon slecht. Door regenwater vervormde achterlichten zijn rijbakens in deze hel naar het noorden. Door de lage rijsnelheid blijft witte pap voor de windschermen plakken. Afzien. Vlak na middernacht tanken we na de etappe over de Ardennen. De regen en natte-sneeuwbuien nemen af. De lol om door te rijden is gesmolten. Om alert te blijven zing ik uit volle borst, want de kou teistert alle zintuigen. Nederland kruipt dichterbij en iedere vezel in de lijven protesteert. Ook als we eindelijk de grens passeren. Om 2:25 uur nemen we als uitgeputte expeditieleden bij Hazeldonk afscheid van elkaar. Ik tel de laatste kilometers met kromme tenen af. Even na 4:00 uur zit ik thuis flink te rillend in een warm bad. Geen trompettergeschal. Als ik de ogen sluit zie ik nog steeds duivels zwart asfalt onder me door vliegen. Amper beseffend dat we vanochtend uit Saint-Tropez vertrokken.  

Moraal van het verhaal

Onze gezamenlijke conclusie is dat de kou verreweg de grootste boosdoener was op deze hellerit. En niet zozeer de afstand. Een dergelijke monsterrit zouden we best nog eens willen ondernemen, maar dan met voldoende rust voor de terugreis. En vooral met betere beschermende kleding, want de etappe door de Ardennen terug naar huis was achteraf te ambitieus. Deze motorreis was zeker geen vreugderijk hoogtepunt. Maar dat wisten we van tevoren. Onze nieuwsgierigheid wat zo’n monsterrit met een mens doet is op pijnlijke wijze bevredigd. Al mogen we onszelf officieus wel tot heuse asfalttijgers ridderen. Trots zonder lintje.

We zijn dagen na thuiskomst nog behoorlijk brak door deze grensverleggende expeditie. Ik geef een week lang braaf gehoor aan kinderbedtijden. Dromend over onze mijlpalen van een tweedaagse reis over 3.000 kilometer.

 

Kleine impressie